2.5. Instellingen - VTI

De Instellingen bevinden zich rechts onderaan het hoofdscherm en bieden de gebruiker de mogelijkheid om enkele basisinstellingen aan te passen tijdens een actieve sessie. 

Deze hebben enerzijds betrekking op de selectie schepen die men wilt weergeven op de interactieve kaart, maar kunnen anderzijds ook gebruikt worden op bepaalde informatielabels te (de)activeren.

BELANGRIJK:

  • VTI maakt gebruik van standaardinstellingen. Dit wilt zeggen dat de instellingen bij het opstarten van de toepassing vastliggen, maar wel gewijzigd kunnen worden door de gebruiker tijdens de actieve sessie.

De instellingen zijn gegroepeerd in 3 verschillende groepen:

  • Toon labels: Deze laten toe om bepaalde labelinformatie te (de)activeren. Er is geen instelling voorzien voor de labels van zeeschepen, deze worden te allen tijde getoond en kunnen niet gedeactiveerd worden. Bij het opstarten van VTI worden standaard enkel de labels van varende zeeschepen getoond.

  • Toon schepen: Deze laten toe om de basisselectie van schepen uit te breiden of te beperkten. Bij het opstarten van VTI worden standaard enkel de zeeschepen getoond.

  • Scheepsafmetingen: Deze instellingen zijn enkel relevant voor zeeschepen. Ze laten toe om de basisselectie van zeeschepen uit te breiden of te beperkten op basis van de lengte (LOA) , breedte (GBR) of diepte (DGR) van het schip. Bij het opstarten van VTI worden standaard alle zeeschepen getoond.

BELANGRIJK:

  • De vlootfilters (sectie 2.2.) zijn bijkomstig en worden toegepast op de selectie van schepen die de gebruiker via de instelling heeft bepaald.

Â